ABO stelt vragen over verondieping locatie Landgoed Noorderhoek
Aan: College van B&W gemeente Oldebroek en/of College van gedeputeerde Staten provincie Gelderland en/of College van Dijkgraaf en Heemraden Waterschap Veluwe
Van: De fractie van Algemeen Belang Oldebroek
Datum: 15.12.2012
Betreft: Verondieping locatie Landgoed Noorderhoek te Hattemerbroek (knooppunt A50/A28) aan de Middeldijk ongenummerd
Inleiding
Op bovenvermeld adres ligt een plas ( voormalige zandwinput ) met een diepte van ongeveer 20 tot 25 meter. Vanaf 2006 is deze plas in beheer bij de Grondbank GMG voor een verondieping tot circa 4 meter. Dit in het kader van natuurontwikkeling om een ecologisch waardevolle plas te creëren. Om dit voor elkaar te krijgen zal 1 miljoen kubieke meter slib/grond worden gestort en na de vulfase worden afgedekt met een leeflaag. Waarschijnlijk zal dit in 2016 zijn afgerond.
Op dit moment mag worden geaccepteerd:
- grond t/m klasse industrie, - baggerspecie t/m klasse B.
Voorheen mocht na toetsing ook baggerspecie klasse 3 worden geaccepteerd.
Het is algemeen bekend dat er sprake is van een maatschappelijke onrust over het toepassen van lichtverontreinigde grond en baggerspecie in diepe plassen. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt omdat er bij dit soort projecten vaak te weinig vertrouwen is in de overheden
De burgers krijgen het gevoel dat het goedkoop wegwerken van licht verontreinigd grond/slib een hogere prioriteit heeft dan de bescherming van het grondwater en oppervlaktewater. Dit wordt nog eens versterkt als de burgers onvoldoende worden betrokken bij de besluitvorming en als vervolgens onvoldoende wordt gecommuniceerd door de overheden.
Enkele voorbeelden van slechte communicatie:
In juni 2010 werd Oldebroek opgeschrikt door een bericht in de Stentor. Het Almelose bedrijf Nijhoff zou zwaar verontreinigde grond hebben gestort op locaties in Ommen, Kampen en Hattemerbroek (in de waterplas in de oksel van N50/A28).
Bij navraag op 17.06.2010 wist het Waterschap te melden dat er 5.000 ton met koper en PAK vervuilde grond op de locatie Noorderhoek was terecht gekomen. Het is niet duidelijk gemaakt wat de consequenties hiervan zijn en welke maatregelen er zijn getroffen.
Begin 2012 lezen wij op de site van het Waterschap Veluwe dat er een voorstel ligt om ook de plas Voskuil in Wezep in aanmerking te laten komen voor een verondieping. Dat het ontwerp ter inzage ligt om eventueel een zienswijze in te dienen, wordt niet verder gepubliceerd.
Commissie Verheijen
Naar aanleiding van de maatschappelijke onrust (ontstaan door de stort van slib in de Grote Veenderplas, ook wel Mobatgat genoemd), wordt door de minister in 2009 een onderzoekscommissie ingesteld onder leiding van watergraaf Verheijen.
In juni 2009 is een rapport uitgebracht. Dit rapport heet “ verantwoord grootschalig toepassen van grond en baggerspecie” Hierin is een zeer lange lijst met aanbevelingen vastgesteld en de overheid heeft op basis daarvan in december 2010 een concept uitgewerkt, genoemd
“ Handreiking herinrichting diepe plassen”. Deze Handreiking is echter niet van toepassing op projecten die al in uitvoering zijn. Voor de in uitvoering zijnde verondiepingen van zandwinputten is wél op 22.07.2009 een checklist gemaakt met diverse aandachtspunten.
Naleving en toezicht.
In een ander onderzoeksrapport van de overheid “Staat van toezicht Themarapportage Bodem” van juni 2011 lezen wij onder managementsamenvatting bizar kritische kanttekeningen over naleving en toezicht van/op de regelgeving bij grondstromen.
Rollen van gemeente en provincie bij een verondieping
Bij regelmaat vernemen wij van deze overheden dat het Waterschap bevoegd gezag is en dat een en ander wordt getoetst aan de landelijke regelgeving. Deze opmerking is weliswaar juist, maar anderzijds zien wij ook dat bepaalde gemeenten niet aan de zijlijn blijven staan en een actieve rol spelen. Bijvoorbeeld op basis van de Wm. Wij denken dan aan de gemeente Ede en Barneveld bij de verondieping van de Grote Veenderplas en aan de gemeente Deventer bij de Linderveldseplas.
Gemeente en provincie moeten weten dat bij het veranderen van de bestemming van de locatie Landgoed Noorderhoek de waterkwaliteit een risico kan opleveren voor het realiseren van de doelen. De Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet kunnen in theorie ook leiden tot hoger eisen van de chemische en ecologische waterkwaliteit.
Vragen
Wij realiseren ons dat de verondieping van de plas Noorderhoek inmiddels al nabij het einde van de vulfase verkeert en gedane zaken nemen geen keer. De gestelde vragen richten zich dan ook hoofdzakelijk naar mogelijke negatieve effecten in een latere ontwikkelingsfase.
- Conform de Bbk dient een dergelijk project na 10 jaar te zijn afgerond. Kunt u bevestigen dat dit voor de locatie Noorderhoek ook van toepassing is? Zo nee, waarom wordt hiervan afgeweken?
- Is er vóór de aanvang van de verondieping een onderzoek geweest naar grondwaterstromen, bodemgeschiktheid en ligging? Is er een onderzoek geweest of deze plas hiervoor wel technisch geschikt was?
- 3 Zijn er vóór de aanvang van de verondieping beschermende maatregelen getroffen om een uitloging te beperken?
- Bij dit project zijn de aanscherpingen die zijn omschreven bij de “Handreiking Besluit bodemkwaliteit” niet van toepassing en nooit van toepassing geweest. Is dit een reden om extra aandacht te besteden op uitloging van verontreinigingen naar het oppervlaktewater en het grondwater? Bijvoorbeeld door een doeltreffende monitoring en maatregelen bij ongewenste effecten op de omgeving. Zo nee, tot op welke hoogte wordt het risico van uitloging ingeschat? In dit verband verwijzen wij naar een ander rapport “ Handreiking geohydrologische beoordeling bij herinrichting van diepe plassen” van 09.03.2011.
- Welke controle maatregelen worden er momenteel uitgevoerd op het grondwater nabij de plas en door wie worden die uitgevoerd?
6 Zijn er aan deze plas specifieke waterkwaliteitsdoelstellingen toegekend? Zo ja, welke normen zijn van toepassing?
- Zijn er ecologische doelstellingen geformuleerd? Zo ja, hoe zijn die bepaald?
- Kan er een toelichting worden verstrekt wie er aansprakelijk is als het grondwater blijkt te zijn verontreinigd en als verwachte doelstellingen niet worden bereikt?
- Zijn er al afspraken gemaakt over een nazorgplan en is al duidelijk wie hiervoor verantwoordelijk is?
- Op 22.07.2009 is een checklist samengesteld voor verondiepingen die al in uitvoering zijn, met de volgende aandachtspunten: .
*Monitoring kwaliteit grond- en/of oppervlaktewater.
*Ontwerp, kwaliteit en wijze van aanbrengen van de afdeklaag.
*Ecologische en ecologie ondersteunende parameters.
*Omgaan met bodemvreemd materiaal in partijen grond en bagger.
*Beheer na de realisatie.
*Zorg voor kwetsbare objecten (focus op natuur en waterwinning).
*Communicatie naar of participatie van omwonenden, beoordeling noodzaak voor aanpassing van de wijze waarop dat plaatsvindt.
*Is toezicht en handhaving door bevoegd gezag voldoende.
Is deze checklist bij alle betrokken partijen en overheden voldoende onder de aandacht gebracht en zijn/worden de aandachtspunten toegepast?
- Graag vernemen wij welke rol/taak de gemeente de komende tijd bij dit project denkt te vervullen.
Adviezen
Door het massale hekwerk, omheining, waarschuwingsborden, en dicht struikgewas rondom de plas oogt het complex als een zeer gevaarlijk terrein, waarbinnen geheimzinnige zaken plaatsvinden. Wij begrijpen de noodzakelijkheid, maar het geeft de burgers het gevoel dat pottenkijkers ongewenst zijn.
Wij stellen het volgende voor:
*Organiseer in het voorjaar een opendag en geef een presentatie van de natuurontwikkeling. Bij voorkeur op dagen dat er veel wordt gefietst in de natuur.
*Organiseer een informatiepunt, hetzij via een website, regionaal blad of organiseer een informatiebijeenkomst.
Slot
Soms zijn wij ook de weg kwijt. De taken en rollen van de betrokken overheden zijn bij dit soort projecten niet altijd even duidelijk. Wij rekenen op de medewerking van de gemeente om in samenwerking met provincie en waterschap deze vragen te willen beantwoorden.
Met vriendelijke groet
Ronald Gerard Huub Verberk Anneke Brandsma