Rechter wijst verzoek Kaiser af

Verkiezingen algemeen
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Redactie
Redactie
Berichten: 10158
Lid geworden op: di mei 13, 2003 7:55
Locatie: Wezep
Contacteer:

Rechter wijst verzoek Kaiser af

Bericht door Redactie »

Oldebroek, 5 oktober 2009
Rechter wijst verzoek Kaiser af

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de heer J.B. Kaiser uit Wezep, om openbaarmaking van de bijbetalingsregelingen voor de grondaankoop voor het Hippisch Centrum, afgewezen. De heer Kaiser had bij de gemeente een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Hij wil weten welke bedragen de gemeente bijbetaalt aan de verkoper, wanneer op de gekochte grond aan de Rambonnetweg gebouwd mag worden of een ontsluitingsweg wordt aangelegd. Het Wob-verzoek is door de het college van Burgemeester en Wethouders afgewezen, omdat dit haar onderhandelingspositie nu en in de toekomst kan schaden. De heer Kaiser stapte daarop naar de voorzieningenrechter om zijn gelijk te halen. De rechter heeft geoordeeld dat de heer Kaiser geen spoedeisend belang heeft om de gevraagde informatie te ontvangen en daarmee het verzoek van Kaiser afgewezen.
Oldebroek.net - Door, voor en van inwoners uit de gemeente Oldebroek.
Pietje Politiek
Berichten: 29
Lid geworden op: za sep 26, 2009 21:51

Re: Rechter wijst verzoek Kaiser af

Bericht door Pietje Politiek »

Volledig terechte uitspraak van de rechter.
De bedragen zijn bij de raadsleden respectievelijk fractievoorzitters bekend, dat is voldoende voor borging van het democratisch proces.
Gebruikersavatar
Redactie
Redactie
Berichten: 10158
Lid geworden op: di mei 13, 2003 7:55
Locatie: Wezep
Contacteer:

Re: Rechter wijst verzoek Kaiser af

Bericht door Redactie »

Commentaar op het Verweerschrift van de Gemeente Oldebroek inzake mijn beroep op de Wob.

Inleiding
In punt 4 sub 1 stelt de gemeente dat het recht op openbaarmaking uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering dient.

Dit is precies het aspect waarom wij bezwaar hebben gemaakt tegen het niet bekend maken van de “geheime” nabetalingen m.b.t. de aankoop van de grond voor het beoogde hippisch centrum nabij de Brandsweg/Rambonnetweg. Indien onderzoek mijnerzijds niet plaatsgevonden had, zouden deze geheime nabetalingen in het geheel niet aan het ligt zijn gekomen. De publieke stukken over de aankoop reppen niets over nabetalingen.

Precedentwerking
In het schrijven van de gemeente d.d. 9 juli 2009, waarin het college reageert op het verzoek wordt opgemerkt dat mondelinge aangelegenheden niet onder de Wob vallen. Dit is ons inziens niet correct (zie artikel 1 sub f van de wet openheid van bestuur). In hetzelfde schrijven wordt vermeld “Wij hebben besloten de inhoud van deze bepalingen niet aan u te verstrekken op grond van economisch belang dat daarmee gemoeid gaat.” Dit wordt in de volgende zin nader gespecificeerd als volgt; “Om precedentwerking, en zo financiële schade te voorkomen worden deze bepalingen nu niet openbaar gemaakt”.
Precedentwerking wordt niet als uitzonderingsgrond in de Wob genoemd.
De gemeente stelt dat door openbaarmaking van de nabetalingsregelingen de gemeente in haar toekomstige onderhandelingspositie ernstig wordt geschaad. Zij onderbouwt deze stelling echter niet verder.
De gemeente stelt verder dat het begrip precedentwerking uit zijn verband is gerukt. Ik kom eerder tot de conclusie dat de gemeente zich achteraf (na mijn opmerking hierover dat precedentwerking geen juridisch grond biedt om geheimhouding te wettigen) zich nu, in tweede instantie concentreert op economisch belang. Echter in de oorspronkelijke brief wordt de mogelijke financiële schade direct gekoppeld aan precedentwerking. En op basis van deze koppeling heb ik mede mijn klacht ingediend.
Door dit standpunt in te nemen gaat de gemeente in tegen de aard en doelstellingen van de Wob.

Achtergrondinformatie en historie
Het is algemeen bekend dat bij bestemmingswijzigingen de grondprijs aanzienlijk kan stijgen. Dit mag dus geen reden zijn het exacte bedrag te verzwijgen.

De onderhandelingen met de heer Boer zijn in december 2008 afgesloten met de mondelinge koop van de betreffende 7.2 hectare grond, onder ontbindende voorwaarden dat de gemeenteraad akkoord diende te gaan (hetgeen 30 juni door middel van een amendement is gebeurd) en dat de grond pachtvrij opgeleverd dient te worden (wat, naar het zich laat aanzien niet het geval zal zijn, omdat de pachter zijn rechten via een procedure bij de pachtkamer doet gelden). Los daarvoor lopen er juridische procedures van omwonenden omtrent een handhavingsprocedure tegen de illegale manegeactiviteiten die thans door Stal van de Berg worden uitgeoefend. Momenteel lopen er volgens ondergetekende geen onderhandelingen meer met dhr. Boer.

Gevolgde rekenmethodiek
Betwist wordt de stelling dat door openbaarmaking van de nabetalingsregelingen de gemeente in haar toekomstige onderhandelingspositie (met wie overigens?) in haar financiële belangen ernstig worden geschaad. Ieder ter zake deskundige (bijv. een makelaar) kan met behulp van de huidige gegevens een rekenmodel maken om welk bedrag het gaat. Met deze aan mij overhandigde rekenmethodieken wordt uitgekomen op een bedrag van circa Euro 500,000 kosten koper
Agrarische grond brengt 40.000 euro per hectare op. Voor 7,2 hectare is dit (afgerond) 300.000 euro. Wanneer de bestemming veranderd in bebouwd agrarisch (voor bijv. een bedrijfswoning) kost de grond 800,000 tot 1 miljoen euro per hectare (of wel 80 tot 100 euro per vierkante meter). Rekentechnisch opteer ik echter voor het goedkoopste model namelijk 80,000 euro per hectare, zijnde de waarde van “nabij gelegen grond” (de grond voor
opstallen doet het dubbele). Theoretisch derhalve gaan wij uit van een nabetaling van tenminste 7,2 hectare x 40,000 euro is 320,000 euro, maar gezien de oppervlakte van de bebouwing (maneges, stallen, etc.) moet er eerder gedacht worden aan 500,000 euro, een bedrag waarvan (publiekelijk) uitgegaan zal worden, totdat het door de gemeente weerlegd wordt.

Rol van de gemeente en financiële consequenties voor de burger
Betwist wordt eveneens de stelling dat de gemeente bij niet doorgaan van de realisatie van een hippisch centrum aan de Brandsweg wederom op zoek moet naar een andere locatie. Deze activiteit behoort niet thuis tot door de gemeente te ontplooien activiteiten (de gemeente is geen rijschoolhouder), zij dient initiatieven van rijverenigingen slechts te faciliteren. Deze initiatieven ontbreken tot op heden. Op basis van dezelfde motieven zou men haar kunnen vragen om een golfclub, een tennispark, etc. te realiseren, zonder dat daar het initiatief van betrokken sportverenigingen voor vereist zou zijn. Los daarvan heeft de grootste rijvereniging (de Heuvelruiters) al te kennen gegeven niet te zullen participeren in een hippisch centrum op de beoogde locatie. De gemeente spant zich derhalve in voor de realisatie van een “hippisch centrum” t.b.v. twee kleinere rijverenigingen, met bij elkaar circa 60 tot 80 leden. Met de beoogde investering van tenminste 3 miljoen euro (hetgeen ieder huisgezin in de gemeente circa 375 euro zal gaan kosten, en feitelijk een subsidie van 37,500 tot 50,000 per individueel lid van de rijvereniging betekent) maakt de gemeente zich schuldig aan onzorgvuldig bestuur
(maar over dit laatste aspect loopt een andere procedure, thans bij de gemeenteraad, maar vermoedelijk in de toekomst wederom bij uw commissie).

Het is verder niet aannemelijk dat er in de toekomst wederom grond door de gemeente aangekocht dient te worden voor een hippisch centrum. Het enige mogelijke alternatief betreft de Heuvelruiters, die, naar het zich laat aanzien, de aankoop van eventuele grond zelf zullen financieren.

Indien de koop wel doorgaat worden de nabetalingen alsnog publiekelijk bekend, omdat ze door de raad gefiatteerd zullen moeten worden (of gebeurt dat in een geheime zitting?). Geldt het argument dat de toekomstige onderhandelingspositie van de gemeente ernstig geschaad wordt dan niet meer?

Het is niet de taak van de gemeente om zo nodig een nieuw hippisch centrum elders in de gemeente te realiseren. Het thans gehanteerde begrip hippisch centrum is slechts van toepassing op de huisvesting van de relatieve kleine rijverenigingen de Noord-Veluwe Ruiters en de Ponyclub Oosterwolde (de laatste met thans 18 leden). Verder kan met betrekking tot de onderhandelingspositie met een zich dan aandienende verkoper gerefereerd worden aan het hierboven geschetste algemeen besef, dat grondprijzen (aanzienlijk) stijgen bij verandering van bestemming. Deze nieuwe verkoper zal zich daar terdege van bewust zijn. De hoogte van dit soort waardestijgingen is globaal gesproken bekend.

Ik bestrijd de stelling van de gemeente dat zij haar financiële en economische belangen mag laten prevaleren boven het algemene belang bij openbaarmaking. Waarbij ik opmerk, dat het feitelijk in het belang van de nieuwe politieke vereniging (Algemeen Belang Oldebroek), in eerste instantie voortgekomen uit onvrede met het door het college gevoerde beleid inzake het hippisch centrum, is dat de bedragen geheim blijven omdat dat publicitair een stuk interessanter lijkt te zijn.

Ik ben mening dat de burger er recht op heeft de hoogte van dit bedrag op voorhand te vernemen. Een mogelijke nabetaling van bijv. 500.000 euro k.k. betekent de facto dat ieder huisgezin circa 70 euro hieraan meebetaald, hetgeen terug te vinden zal zijn in de verhoging van lokale belastingen. Dit kan van invloed zijn op de door de burger te maken politieke keuzes, mede in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen van maart volgend jaar.
Zoals eerder door mij vermeld gaat het niet om de (concept) grondovereenkomst, die inderdaad openbaar is, maar om de afspraken die door de gemeente zijn gemaakt omtrent de overeengekomen nabetalingen.

Jurisprudentie.
Tot slot ben ik van mening dat het door de gemeente bijgevoegde uitspraak van de Raad van State niet van toepassing is op deze casus. Derhalve overleg ik bij deze een andere juridische uitspraken die mijn verzoek wel ondersteunt.

Tot slot vraag ik of de commissie zelf op de hoogte is van de vertrouwelijke informatie die mij niet wordt gesteld. Dit zou feitelijk wel moeten om te kunnen beoordelen of het college terecht tot zijn uitspraak is gekomen. Doorgaans zijn rechters wel op de hoogte van deze informatie om over de vertrouwelijkheid te kunnen oordelen.

Conclusie.
Ik stel mij op het standpunt dat het recht op openbaarmaking ingevolge Wob uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering dient, zodat door B&W in haar verweerschrift gesteld. Ik ben van mening dat de aankoop van de grond geen 300.000 euro kost, maar 800.000 euro (kosten koper) of een bedrag daaromtrent. De burger heeft recht op deze informatie, zoals hiervoor beargumenteerd.
Aldus concluderend handhaven wij ons verzoek tot openbaarmaking van de zgn. geheime nabetalingen.

Jan B. Kaiser, De Oldhorst, Zuiderzeestraatweg 415, Wezep
Folko van Keulen, Brandsweg 14, Wezep
Oldebroek.net - Door, voor en van inwoners uit de gemeente Oldebroek.
Plaats reactie